Op deze pagina vindt u een korte biografie en een uitgebreide biografie gelardeerd met foto’s. De uitgebreide biografie is “werk in uitvoering” en zal gaandeweg worden aangevuld met nieuw materiaal. Mocht u over foto’s, anekdotes of gegevens beschikken die de biografie kunnen aanvullen dan horen of lezen wij dat graag. U kunt ons bereiken via het contactformulier.
Direct naar Uitgebreide biografie
Korte biografie Nico van den Hooven
Nicolaas Daniël van den Hooven, geboren in 1933 te Rotterdam, kreeg zijn allereerste orgellessen van zijn vader Henk van den Hooven. Vader van den Hooven was autodidact en bewonderaar van Feike Asma. Nico had vervolgens orgelles van Maria Blom, J. H. Besselaar en Feike Asma. Op advies van Feike Asma volgde hij de studie kerkmuziek aan de protestantse kerkmuziekschool in Utrecht waar hij werd gevormd door: Adriaan Engels, Adriaan C. Schuurman en Stoffel van Viegen. Hij behaalde de Testimonia voor cantor en voor organist: BB en CC, met onderscheiding voor koraalimprovisatie. Hierna zette hij zijn studie voort aan het Utrechts Conservatorium, waar hij in 1962 het einddiploma Solospel Orgel met onderscheiding behaalde. In hetzelfde jaar werd hij winnaar van het eerste Nationaal Orgel Improvisatie Concours te Bolsward. In 1965 verwierf hij de Prix d`Excellence o.l.v. zijn leraar Cor Kee, die hij daarna opvolgde als hoofddocent orgel aan het Utrechts Conservatorium.
Als kerkmusicus was hij twee en een half jaar verbonden als organist aan de Ned. Herv. Kerk in Berkel en Rodenrijs, dertien jaar als cantor-organist aan de Goede Vrijdagkapel in Den Haag, twee jaar als organist aan de Ned. Herv. Kerk in Mijnsheerenland en twee jaar als organist aan de Leeuwenbergh kerk in Utrecht. Begin jaren 70 besloot hij zich volledig te gaan concentreren op het lesgeven en het uitvoerend musicus zijn en gaf zijn kerkelijke functie op.
Als jong enthousiast student en musicus werd hij eerst gegrepen door de “Modernen”, waarvan enkele van zijn composities nog getuigen, zijn verdere ontwikkeling in de muziek bracht hem tot “het begin en het einde van de muziek”: J. S. Bach. Nico van den Hooven gaf concerten voor de radio en in binnen en buitenland (o.a.: België, Duitsland en Engeland) waarbij hij, met name met zijn Bach interpretaties, bekendheid verwierf. Hij heeft composities, bewerkingen en transcripties op zijn naam staan. Hij was veelgevraagd jurylid en initiator van diverse orgelconcoursen (onder andere in: Bolsward, Den Haag, Haarlem, Leiden, Meppel, Nijmegen en Utrecht). Hij was vele jaren actief als bestuurslid en archivaris van de NOV. Hij was 23 jaar hoofddocent orgel aan het conservatorium en trad in 1988, op eigen verzoek, vervroegd uit. Hij wilde zich geheel gaan wijden aan het geven van concerten en het componeren. Het plan was om in Friesland een huis met een concertzaaltje met orgel te bouwen en daar concerten te gaan geven. Helaas heeft hij dit project niet kunnen afronden. Nico overleed op 57- jarige leeftijd, na een kort ziekbed aan de gevolgen van een hersentumor.
Nico van den Hooven heeft zijn leven vanuit een diep respect voor de schoonheid en de puurheid van de muziek in dienst gesteld van het orgel, de orgelmuziek en zijn leerlingen. Daarnaast heeft zijn grote interesse in de orgelbouw menig orgelmaker en organist geïnspireerd.
Als uitvoerend kunstenaar en pedagoog was zijn levenswerk voornamelijk gericht op het uitdragen in brede kring van Bach’s grote geest.
Uitgebreide biografie Nico van den Hooven
De uitgebreide biografie van Nico van den Hooven kent vier hoofdstukken:
- Kindertijd 1933-1950
- Studententijd en eerste werkzaamheden 1950- 1965
- Hoofdleraar orgel aan het Utrechts Conservatorium 1965-1988
- Na het conservatorium 1988-1991
1. Kindertijd 1933-1950
Nico van den Hooven werd op 5 oktober 1933, samen met zijn tweelingzusje Martie (Volledige naam: Martinie Cornelia Koolhof- van den Hooven, overleden: 26-03-2015), in Rotterdam geboren. Zijn volledige naam was Nicolaas Daniël van den Hooven.
Vader van den Hooven (Hendrik van den Hooven, roepnaam: Henk. Geboren: 27-03-1898, overleden: 22-03-1959 ), handelde in alles wat hij voor de handel geschikt achtte. Hij kocht allerlei beschadigde goederen op en wist die goed door te verkopen. Ons werd altijd verteld dat hij “schadehandelaar” was en dat hij onder andere handelde in: stoffen, meubelen, kralen, staal, etc. Daarnaast had hij een grote belangstelling voor kunst en cultuur en speelde hij graag orgel. Hij was een creatieve en ondernemende man die schilderde, hout bewerkte en zelfs twee maal een eigen orgel bouwde. Hij is als orgeladviseur onder andere betrokken geweest bij de restauratie van het orgel van de gereformeerde kerk in Kralingseveer (dit orgel werd, na de restauratie, in gebruik genomen op 7 november 1952) en het orgel in de kerk van de Nederlands Hervormde kerk in Berkel en Rodenrijs.
Moeder van den Hooven (Cornelia Helena van den Hooven-den Haan, roepnaam: Cor. Geboren: 01-07-1899, overleden: 30-08-1984 ), was voor haar huwelijk verpleegster. Zij was een gelovige vrouw met een sterke persoonlijkheid die graag haar werk als verpleegster had voortgezet. In die tijd was dat echter ondenkbaar dus moest zij, toen ze trouwde, haar werk tot haar spijt opgeven. Zij hield erg van de natuur en had “groene vingers”, ze schreef gedichten waarvan enkele werden gepubliceerd, o.a. in Libelle, en ze breide graag.
Het gezin van den Hooven telde vier kinderen, de oudste zoon Danny of Dan (geboren: 15 januari 1929 inmiddels 91 jaar oud en woonachtig in Vancouver Canada), de tweeling Nico en Martie en de jongste zoon Henk.
Het gezin woonde aanvankelijk aan het Haringvliet nr. 47 in Rotterdam. In 1937 zijn zij verhuisd naar Nieuwehaven 161 Rotterdam. Nico was toen drie jaar oud. In dit huis had vader van den Hooven een orgel staan dat hij zelf had gebouwd. Het was een tweeklaviersorgel dat samen met het biljart van de inwonende broer van moeder van den Hooven, Henk den Haan, in de achterkamer van het huis stond. Henk den Haan was de jongste broer van moeder van den Hooven. Op het moment dat moeder en vader van den Hooven trouwden woonde hij in een kindertehuis en zij namen hem, na hun huwelijk, bij hun in huis. Hij had onder andere geleerd met metaal te werken en hielp vader van den Hooven met de orgelpijpen voor zijn orgel. Helaas is in de oorlog tijdens het bombardement van Rotterdam, op 14 mei 1940 in de voormiddag, alles weggebombardeerd. Nico was 6 jaar oud toen de oorlog uitbrak en Rotterdam werd gebombardeerd.
Het gezin heeft vlak voor het bombardement bijtijds Rotterdam kunnen verlaten. Nico vertelde vaak over de rookwolken van het bombardement op Rotterdam die ze hadden gezien. Moeder van den Hooven vertelde ons, haar kleinkinderen, regelmatig dat ze de tweeling, Nico en Martie, nog snel twee vestjes over elkaar had aangetrokken zodat ze tenminste meer kleertjes hadden dan alleen wat ze al aan hadden. Verder hebben ze alles achter moeten laten en zijn al hun spullen en huis met orgel kwijtgeraakt bij het bombardement, tijdens de Blitzkrieg, van Rotterdam.
Gelukkig kon het hele gezin terecht bij familie in Scheveningen; bij Oom Cor en Tante Sien den Haan. Zij woonden in de Stevinstraat en namen het hele gezin in hun huis op. Uiteindelijk heeft de familie daar 4 tot 6 weken gelogeerd voordat er een nieuw huis was gevonden. Het adres van dit nieuwe (huur)huis was Burgemeester Verkadesingel 41 Vlaardingen Ambacht. Vervolgens verhuisden ze in 1941 naar Moordrecht Middenweg 28. In Moordrecht had vader van den Hooven dit huis gekocht met twee hectaren land erbij. Het huis ernaast werd bewoond door de burgemeester die aanvankelijk sympathiseerde met de Duitsers. Gezien de ondergrondse activiteiten van vader van den Hooven en de rest van het gezin (later meer hierover) was dit natuurlijk extra spannend. Uiteindelijk verhuisde de familie naar Capelle a/d/ IJssel, s’Gravenweg 59. In dit huis bouwde vader van den Hooven opnieuw een orgel. Waarschijnlijk is hij ook bij dit orgel geholpen door de jongste broer van moeder van den Hooven, Henk den Haan. Wat er van dit orgel geworden is, is helaas niet bekend. Wel bekend is dat Nico op dit orgel studeerde. Andere bronnen vermelden dat dit orgel al in het huis in Moordrecht werd gebouwd en heeft gestaan. Hopelijk komt de ware toedracht nog een keer boven water.
Vader van den Hooven noemde het huis in Moordrecht: “De Roerfluit”. Nico zou later zijn huis in Ravenswaaij en het huis dat in Friesland werd gebouwd, in navolging van zijn vader, ook “De Roerfluit” noemen (De Roerfluit is een orgelregister dat meestal vrij zacht en lieflijk klinkt). Nico bracht een groot deel van zijn jeugd door in Moordrecht en bewaarde goede herinneringen aan deze tijd. Hij was 10 jaar oud toen de familie in Moordrecht ging wonen, de oorlog was toen nog niet afgelopen.
Vader van den Hooven was tijdens de oorlog actief in het verzet. Hij heeft een aantal weken vastgezeten in de gevangenis onder het stadhuis van Rotterdam. De Duitsers hadden hem gesnapt met een lege vrachtwagen en hij kon niet helemaal geloofwaardig uitleggen wat hij daarmee ging doen. Hij had gelukkig, voordat hij werd opgepakt, de Joodse mensen, die hij in de vrachtwagen vervoerde, veilig kunnen brengen naar hun oversteekadres vanwaar zij naar Engeland zijn ontsnapt.
In de gevangenis vonden de Duitsers vader van den Hooven een aimabele man die op een gegeven moment zelfs hout mocht bewerken in de cel. Ze gaven hem hiervoor hout en gereedschap. Hij heeft een prachtig dienblad gemaakt met rozen, op de achterkant staan alle handtekeningen van zijn celgenoten. Op een gegeven moment dachten de Duitsers zeker te weten dat die vriendelijke man, die een dienblad met rozen voor zijn vrouw zat te maken, wel onschuldig zou zijn en lieten hem gaan. Dit lot was helaas niet al zijn celgenoten beschoren! Vader van den Hooven heeft vervolgens zijn verzet activiteiten weer opgepakt en is hier tot het eind van de oorlog mee doorgegaan.
Nico’s oudste broer Danny was ook betrokken bij de ondergrondse activiteiten. Zo vertelde hij dat hij toen hij 11 jaar was samen met vader van den Hooven beschoten is door de Duitsers op één van de bruggen over de Maas in Rotterdam. Dan bracht boodschappen, heen en weer, naar een Oom die ook Joodse mensen hielp ontsnappen via de ondergrondse beweging, het vervoeren van carbid voor de lampen van de ondergrondse etc.
Daarnaast was er ook nog het “geheim van de poef” in de huiskamer in Moordrecht. In deze poef zat een BBC radio of een zendapparaat (hier zijn twee verschillende versies bekend) verstopt. Op een dag kwam er een Duitse patrouille langs. De Duitsers kregen van moeder van den Hooven keurig thee aangeboden en één van de Duitse officieren nam, omdat de stoelen inmiddels allemaal bezet waren, plaats op de poef! De hele familie hield zijn adem in maar na de thee vertrokken de Duitsers weer zonder het huis te doorzoeken. Het “geheim van de poef” is nooit door de Duitsers ontdekt.
Nico vertelde ons regelmatig dat hij in de oorlog Duitse soldaten tegenkwam die hem vroegen wat hij ging worden als hij later groot zou zijn. Hij antwoordde dan “Soldaat!” “en dan ga ik jullie allemaal doodschieten!”. Hij maakte met zijn armen een geweer, richtte op elke soldaat en riep: “Pauw, pauw, pauw”. Gelukkig moesten de Duitse soldaten hier altijd om lachen.
In de familie werden de Duitsers destijds altijd met “de Moffen” aangeduid. Ook in de verhalen over de oorlog die aan de latere generaties werden doorverteld werd steevast over “de Moffen” gesproken. Voor deze biografie hebben wij gekozen voor het neutrale: de Duitsers.
Nico’s daad van verzet in de oorlog was dat hij heeft ingebroken in het huis van een NSB-er. Dit was een rijke man die een grote bibliotheek in zijn huis had. Nico en zijn vriendje hebben deze hele bibliotheek overhoop gehaald: “Alle boeken door de kamer gesmeten!”.
De eerste drie jaar van de Lagere School bracht Nico door op de Mr. J. Terpstra-school in Vlaardinger-Ambacht. Zijn oudste broer Danny, die vijf jaar ouder was dan Nico, zat op dezelfde lagere school, samen hadden ze altijd veel pret en haalden kattenkwaad uit. Danny werd in 1941 bij een hoofdonderwijzer en zijn familie in Scheveningen ingekwartierd. Hij zat toen in de eerste klas van de MULO en het idee was dat dit beter zou zijn voor zijn studie. Nico en Danny trokken, voordat Danny uit huis ging, veel met elkaar op. Zo gingen zij altijd samen, na schooltijd, twee flessen verse melk bij een boerderij halen. Toen er een keer Duitse controle stond hebben de broertjes de flessen melk in de sloot gegooid om te voorkomen dat deze gevorderd zouden worden.
Nico wilde altijd graag mee met zijn grote broer (Danny was vijf jaar ouder). In die tijd was het echter verboden, door de Duitse bezetters, om na 22.00 uur nog buiten te zijn. Danny wilde met een paar vrienden van Vlaardingen Ambacht naar Ketel gaan lopen. Dat was 4 kilometer heen en 4 kilometer terug. Ze gingen om 17.00 uur op een zomeravond lopen en kwamen iets na 22.00 uur, na het spervuur, terug. De ouders van Nico en Dan wisten hier niets van en Dan kreeg de volle laag dat hij zijn kleine broertje had meegenomen. Nico had er echter zelf op gestaan om mee te gaan. Hij was toen acht jaar.
Vanaf de vierde klas zat Nico op de School met de Bijbel in Moordrecht. De schooljaren in die tijd begonnen nog op 1 april.
In de zomer van 1943 kwam Danny weer thuis. Hij ging naar de MULO in Gouda en kreeg orgelles van Maria Blom in Gouda. Dan was toen 14 jaar oud.
Hoe de MULO heette waar Nico vervolgens naartoe ging is helaas niet bekend. Was het misschien dezelfde MULO als zijn broer Dan in Gouda? Hoe het ook zij op de MULO spijbelde Nico veel en kreeg dan van de hoofdonderwijzer met “het rietje”. Dat hield hem echter niet tegen om, zeker bij mooi weer, met een fijn boek ergens in de natuur te gaan lezen en niet naar school toe te gaan. Een MULO diploma is er niet van gekomen, wel las hij alles wat hij maar kon vinden en was (ook toen al) breed geïnteresseerd in diverse onderwerpen.
Danny is op 4 juni 1948 naar Canada vertrokken waar hij op 15 juni 1948 in Quebec aankwam. Nico was 14 jaar toen zijn oudste broer naar Canada vertrok.
2. Studententijd en eerste werkzaamheden 1950- 1965
Al jong had Nico belangstelling voor het orgel. Zijn vader gaf hem zijn allereerst orgellessen en nam hem mee naar concerten van Feike Asma. Ook zijn oudste broer Dan speelde graag orgel en hij heeft in Moordrecht verschillende malen, samen met zijn vader, de gereformeerde kerkdienst begeleid. Danny speelde dan meestal en vader van den Hooven registreerde. Vader van den Hooven speelde zelf ook wel in de kerkdienst. Danny heeft nooit orgelles van zijn vader gehad, wel was vader van den Hooven erg geïnteresseerd in registreren. Hij luisterde graag naar verschillende octaven en stemmen en vertelde dan aan Dan en Nico welke hij de mooiste vond. Nico’s eerste officiële orgelleraar was Maria Blom, organist en beiaardier van het Goudse klokkenspel van wie hij ook beiaard leerde spelen. Danny had al eerder orgelles van Maria Blom. Later ging Nico mee samen in de bus uit Moordrecht voor de orgelles naar Gouda. Hoe oud Nico toen precies was is helaas niet bekend, vermoedelijk was hij behoorlijk jong want zijn oudste broer Dan was 14 toen hij voor het eerst les kreeg en Nico was vijf jaar jonger. Ook vertelde Danny dat er in de oorlog geen beiaard gespeeld kon worden omdat de Duitsers de klokken anders in beslag zouden nemen. Hoe Nico dan toch beiaard heeft leren spelen is een raadsel want dat hij dit kon weten we zeker. Vervolgens kreeg hij orgelles van J. H. Besselaar destijds de organist van de Grote of Sint Laurenskerk in Rotterdam. Hierna heeft hij anderhalf jaar les gehad van Feike Asma. Het was Feike Asma die hem aanraadde om een vakstudie kerkmuziek te gaan volgen.
Nico ging studeren aan de protestantse kerkmuziekschool in Utrecht. Hij kreeg hier les van: Adriaan Engels, Cor Kee, Adriaan C. Schuurman en Stoffel van Viegen.
Zijn eerste aanstelling als organist kreeg hij op 25 maart 1954 bij de Ned. Herv. Kerk van Berkel en Rodenrijs. Hij was toen 20 jaar.
In 1955 kwam zijn broer Dan terug uit Canada. Vader Henk van den Hooven was ziekelijk en had zijn oudste zoon gevraagd terug te komen om te helpen met de zaak. Nico was nog aan het studeren en de jongste broer Henk zat in zijn diensttijd, vandaar het verzoek aan Dan om terug te komen. In 1956 kwam broer Henk uit dienst terug en deze wilde ook graag in de zaak van vader van den Hooven werken. Danny vertelde dat de zaken relaties van zijn vader graag hadden gewild dat hij was gebleven maar de ambtenarij in Holland deed Dan besluiten weer terug te gaan naar Canada. De laatste zaak die hij voor zijn vader regelde was een sprekend voorbeeld van deze ambtenarij. Zijn vader had een beschadigd vat wijn van 1000 liter voor 80 gulden van de assurantie gekocht. Dit vat wijn kwam uit Spanje en moest ingevoerd worden, er zat door de beschadiging nog maar 800 liter wijn in. Danny ging naar het douane kantoor om dit te regelen en kreeg een factuur van 800 gulden invoerbelasting van de douane ambtenaar. Uiteraard wilde vader van den Hooven dat enorme bedrag niet betalen en vroeg Dan om tegen de douane te zeggen dat hij het vat wijn, onder die voorwaarde, niet wilde invoeren. De douane ambtenaar reageerde dat Dan de volgende morgen maar moest terug komen om te zien hoe ze de wijn in de haven zouden laten lopen. Dat heeft Dan gedaan en hij zag hoe 800 liter heerlijke wijn in de haven van Rotterdam werd geloosd. Toen hij daarnaar stond te kijken kwam het idee op om weer terug te gaan naar Canada. Dan is op 26 oktober 1955 getrouwd met Louise. Hij is teruggegaan naar Canada in mei 1956 en zijn vrouw Louise is hem gevolgd in augustus 1956.
Nico behaalde Testimonium BB voor organist aan de protestantse kerkmuziekschool in januari 1957.
Nico werd op 1 februari 1957 benoemd tot cantor-organist van de Goede Vrijdagkapel (later: Goede Vrijdagkerk) in Den Haag. Zijn diploma Testimonium A voor Cantor haalde hij in december van datzelfde jaar. Testimonium CC voor organist met onderscheiding voor koraalimprovisatie behaalde hij in januari 1958.
In juli 1958 volgde hij de Internationale Zomer Academie voor Organisten in Haarlem waar hij drie weken les kreeg van: Mme. Marie Claire Alain en Prof. Anthon Heiller (interpretatie) en Cor Kee (improvisatie).
Op 4 juli 1958 trouwde hij met Juliana Fillekes (Roepnaam destijds: Juul, later Juliana. Geboren: 30-04-1936, overleden: 13-01-2017). Nico en Juul hebben elkaar ontmoet in de kerk in Berkel en Rodenrijs waar Nico destijds organist was en de familie van Juliana, die in Berkel en Rodenrijs woonde, ter kerke ging. Juliana vertelde ons dat ze de nieuwe organist zag en ontdekte dat hij twee verschillende kleuren sokken aan had: een rode en een groene! Daardoor werd haar nieuwsgierigheid gewekt en toen ze elkaar ontmoeten werden ze al snel verliefd. Nico was toen 20 en Juul 17 jaar.
De vader van Juliana, Koos Fillekes, speelde ook graag orgel en begeleide ook wel eens een dienst in dezelfde kerk. Thuis had hij een harmonium staan waar hij regelmatig op speelde. Vader Fillekes had een eigen aannemersbedrijf en was bij de brandweer. De moeder van Juul heette Line en werd Lijntje genoemd, zij was coupeuse en leerde Juliana alles zelf maken. Haar trouwjapon met drie verschillende rokken was van haar eigen hand.
Juul was het zevende kind uit een gezin van tien kinderen. Zij was graag kleuterleidster geworden maar voor de meisjes zat er, behalve de huishoudschool, geen verdere opleiding in.
Nico is, al snel na zijn aanstelling als organist, in Berkel en Rodenrijs op kamers gaan wonen (Vogelaarstraat 5) tegenover het ouderlijk huis van Juul (Vogelaarstraat 6). Zo hadden zij veel contact. Nico floot vanuit het raam van zijn kamer een bekend Bach melodietje (Het thema van Fuga in G BWV 577) en dan verscheen Juul voor haar slaapkamerraam en maakte zij een afspraakje.
Aanvankelijk gingen Nico en Juul, na hun huwelijk, inwonen bij de ouders van Nico in Capelle a/d IJssel (s’Gravenweg 59). In 1959 zijn ze verhuisd naar een eigen huis in de bij de wederopbouw gebouwde nieuwbouwwijk, Mariahoeve in Den Haag. Het adres was Gerstkamp 109 Den Haag.
Tijdens de eerste jaren van hun huwelijk was Juul de voornaamste kostwinnaar. Nico studeerde inmiddels aan het conservatorium en verdiende wat bij als piano leraar en cantor-organist van de Goede Vrijdagkerk in Den Haag. Nico is uiteindelijk 13 jaar als cantor-organist aan de Goede Vrijdagkerk verbonden geweest. Juul werkte als verkoopster in een schoenenzaak en later achter de kassa van een supermarkt. Ze hadden het niet breed en stelden bewust hun kinderwens uit totdat zij het beter hadden.
In het koor van de Goede Vrijdagkerk, wat Nico dirigeerde, zong Juul mee. Ze vertelde dat ze vaak “gekke bekken” naar Nico trok, als hij te serieus dreigde te worden. Op een gegeven moment moest hij dan vreselijk lachen en dan was de prestatiespanning gebroken.
Op 22 maart 1959 overleed vader van den Hooven. Hij was al geruime tijd ziek. Nico had een sterke band met zijn vader, niet alleen door de gezamenlijke liefde voor het orgel, ze konden elkaar heel goed verstaan. Nico was 25 jaar toen zijn vader overleed. Het heeft hem veel verdriet gedaan dat zijn vader zo jong is overleden.
Op 28 mei 1959 studeerde Nico cum laude af aan het Utrechts Conservatorium voor het hoofdvak piano. In 1962 studeerde hij cum laude af voor het hoofdvak orgel. In hetzelfde jaar werd hij winnaar van het eerste nationale orgelimprovisatieconcours in Bolsward.
Op 4 november 1963 werd hun eerste kind geboren. Een dochter die Corline (Cornelia Helena van den Hooven) werd genoemd.
In 1964 haalde Nico de Muziekonderwijsakte A voor Piano aan het Utrechts Conservatorium.
Op 11 juni 1965 verwierf hij de Prix d’Excellence onder leiding van zijn leraar Cor Kee in de Nicolaikerk in Utrecht. Juul registreerde en vertelde later dat ze met dikke sokken om haar knieën gebonden op haar knieën had geregistreerd om Nico zo min mogelijk af te leiden!
Op 25 mei 1966 werd hun tweede kind geboren. Een zoon die Henk (Hendrik Marinus van den Hooven) werd genoemd.
3. Hoofdleraar orgel aan het Utrechts Conservatorium 1965-1988
Op 1 september 1966 volgde Nico zijn leraar, Cor Kee, officieel op als hoofdleraar orgel aan het Utrechts Conservatorium. Cor Kee was al een tijd ziek en Nico verving hem al geruime tijd met een tijdelijke aanstelling voordat hij zijn leraar officieel opvolgde.
In 1966 werd het kabinetorgel, dat Nico van zijn vader had gekregen en dat in de woonkamer in Den Haag stond, gerestaureerd. Ter ere van het gereedkomen van de restauratie gaf hij een huisconcert. Dit kabinetorgel had vader van den Hooven gevonden in de schuur bij een boer en voor een zacht prijsje kunnen overnemen.
Nico was met hart en ziel leraar. Dit betekende dat hij zijn leerlingen niet alleen bij hun muziekstudie begeleidde maar ook privé veel contact met ze had. Ik herinner me nog dat ik als kind ‘s ochtends naar beneden ging en regelmatig de woonkamer bezaaid met slaapzakken met allerlei aardige mensen erin aantrof. Juul was een echte gastvrouw dus iedereen was welkom om bij ons te komen eten of slapen. Het was altijd heel gezellig al die mensen over de vloer.
In 1967 verhuisde Nico met zijn gezin naar Maartensdijk (Prins Willem Alexanderplantsoen 1). Zo hoefde hij minder lang te reizen naar zijn werk in Utrecht. Het huis was aanzienlijk groter dan het huis in Den Haag. Wij, de kinderen, kregen in dit huis ieder een eigen kamer. Op de grote zolderkamer in Maartensdijk had hij zijn studeerkamer. Hij studeerde destijds het liefst op, zoals hij dat noemde, zijn “droogpiemel”. Een dubbel klavier met pedalen maar zonder geluid, zodat hij de muziek in zijn hoofd moest horen. Beneden in de woonkamer stond ook hier het kabinetorgel. Soms gaf hij thuis les op het kabinetorgel in de woonkamer.
In de hervormde kerk van Mijnsheerenland werd hij kerkorganist. Van wanneer tot wanneer precies is niet bekend. In ieder geval was hij in 1969 organist van deze kerk (getuige het boekje van de zondagschool van Corline) dus vermoedelijk is hij in 1968 benoemd. Hij kocht in Mijnsheerenland een mooi, oud huisje (adres helaas onbekend) zodat hij in de weekenden zijn gezin mee kon nemen naar Mijnsheerenland.
Na twee jaar stopte hij in Mijnsheerenland en werd kerkorganist van de Leeuwenbergkerk in Utrecht. Het rijden naar Mijnsheerenland was toch best een belasting, ook voor Juul die ieder weekend het hele gezin heen en weer verhuisde. Wij, als kinderen, bewaren dierbare herinneringen aan Mijnsheerenland. Het was een leuk huisje en we hadden daar snel vriendjes en vriendinnetjes én een aardige oude buurman die ons altijd op dropjes trakteerde. De zondagsschool van de kerk was een feest met veel knutselen en liedjes zingen. Tijdens de lange autoritten werd er gezongen in de auto. Nico begon meestal, we zongen: kinderliedjes (“We zijn er bijna”), de thema’s van de Trio Sonates van Bach en nummers (Bach!) van de Swingle Singers.
Ondertussen waren er helaas problemen gekomen in het huwelijk van Nico en Juul. Nico was verliefd geworden op een andere vrouw, Margien Boertien (Doopnaam: Margiena Lena Boertien, geboren: 07-04-1941, overleden: 14-11-1995), en de liefde was wederzijds. Zij was destijds getrouwd met Rien Oostlander, een collega van Nico. Wanneer hun verhouding precies is begonnen is niet duidelijk. De verhouding werd onbedoeld in 1966 ontdekt door Juul. Meerdere malen zijn, Nico en Margien, uit elkaar geweest omdat Nico zijn gezin geen scheiding wilde aandoen.
Zo verhuisde Nico in 1970 met zijn gezin naar Wijk bij Duurstede (Zocherstraat 2 3961 CK). Een nieuw huis én een nieuwe start voor zijn huwelijk met Juul. Het huis was een prachtige patio-bungalow met goed geïsoleerde muren, zodat de buren geen last zouden hebben van zijn muziek, in een mooi stadje aan de lek. Hij heeft hier slechts drie maanden gewoond en toen werd de echtscheiding een feit.
Het huwelijk van Nico en Juul werd ontbonden. Zoals gebruikelijk in die tijd (co-ouderschap bestond toen nog niet), bleven wij, de kinderen, bij Juul in Wijk bij Duurstede wonen. Er werd een ruime bezoekregeling afgesproken, wij kregen de vrijheid om zoveel afspraken en logeerpartijen met onze vader af te spreken als we maar wilden. Nico was en bleef een liefdevolle en betrokken vader ook na de echtscheiding.
Nico en Margien leefden, vanaf het moment dat Nico zijn gezin definitief verliet, samen op een woonboot (van een collega die hen deze tijdelijk ter beschikking stelde) aan de Bilitonkade in Utrecht.
Margien werkte destijds op het isotopenlaboratorium van het Diakonessen ziekenhuis in Utrecht. Door de jaren heen zou zij zich verder bekwamen en doorstuderen zodat zij uiteindelijk hoofd van de hartbewaking van het Diakonessen ziekenhuis in Utrecht werd. Uiteindelijk moest zij, vanwege haar gezondheid, haar functie vaarwel zeggen. Bij Margien werd in 1974 borstkanker geconstateerd. Zij was toen 33 jaar oud, Nico was 41 jaar. Zij heeft, met Nico aan haar zijde, jaren gestreden tegen deze ziekte. Ondanks alles wat ze probeerden, inclusief alternatieve therapieën (Moerman dieet, injecties met grote dosis Vitamine C, injecties met Zwezerik, Koffie klisma’s etc. ) overleed zij in 1995 op 53- jarige leeftijd aan kanker. Zij heeft Nico 4 jaar overleefd.
Margien hield van schilderen, vooral van Bauernmalerei. Ze volgde diverse cursussen in Zwitserland en opende haar eigen atelier: ‘Atelier Marlena’. Ze beschilderde op bestelling: doopbordjes, kistjes, kapstokjes, naaidozen, eierdopjes etc. Nico noemde haar wel eens plagend: “De Ravenswaaijse Kloderaarster” (ze woonden in de tijd dat Margien haar atelier had in Ravenswaaij). Toen ze naar het Noorden verhuisden is Margien opgehouden met schilderen.
Terug naar 1971, Nico en Margien woonden samen op de woonboot en kochten vanaf de woonboot samen een huisje in Wamel. Vanaf 1 juli 1971 woonden ze officieel samen in hun “boerenhuisje” in Wamel (Lakenstraat 31). Ze werkten echter in Utrecht en moesten dus iedere werkdag vier keer met de pont over (over de Waal en over de Lek) en dat gaf nogal wat wacht- en reistijd. Dit werd al snel een te grote belasting. Ze gingen op zoek naar een ander huis en al rijdend door de Betuwe vonden ze een oude, vervallen boerderij (Lienderveldsestraat 1 Ommeren) waar ze op slag verliefd op werden. Dit was op Nico’s verjaardag 5 oktober 1971. Dezelfde dag nog was het contact met de eigenaar gelegd en startte de aankoop van dit huis.
De boerderij was onbewoonbaar verklaard en werd gebruikt als koeienstal. Er moest een heleboel gebeuren om het huis bewoonbaar te maken en er werd zoveel mogelijk zelf gedaan. Beiden hebben heel hard in dit huis gewerkt om het te maken tot hun droomhuis.
De boerderij werd prachtig maar op een gegeven moment kregen ze het gevoel “in een museum te leven”. De reisafstand naar Utrecht was ook nog steeds aanzienlijk dus gingen ze op zoek naar een nieuw huis.
Begin jaren 70 had Nico zich voorgenomen de trio sonates van Bach op LP te laten uitkomen. De opnamen werden gehouden in de Bloemcamplaankerk in Wassenaar op het van Vulpen orgel. Prof. Dr. Gerrit Wielenga maakte de opnamen met de beste recorder die hij in die tijd had kunnen vinden. De drie delen van Sonate V en het eerste deel van Sonate I uit deze opnamen zijn terug te vinden op de CD ‘Nico van den Hooven Johann Sebastian Bach’. Op de hoes van de band van de vijfde sonate heeft Nico geschreven: “Sonate V vrijdag 19-4-1974 23-1 uur”. Kennelijk was het nachtwerk geworden!
Helaas zijn deze opnamen nooit op LP verschenen. De exacte toedracht hiervan is niet bekend. Het ene verhaal is dat Nico te perfectionistisch was en alles foutloos wilde spelen, het was, in zijn ogen, nooit goed genoeg om op de plaat te zetten. Het andere verhaal is dat hij teleurgesteld was dat de LP er niet is gekomen maar waarom de LP niet is verschenen is niet bekend. We zijn heel blij dat een deel van deze opnamen nu wel uitgegeven zijn!
Op de boerderij in Ommeren troffen wij regelmatig leerlingen en collega’s van onze vader. Het was dan altijd gezellig en er werd veel gelachen. Regelmatig werden er uitgebreid moppen getapt. Vooral Jaap de Haan was hier erg goed in! Ook hier viel op dat Nico niet de afstandelijke leraar was, hij zocht juist het persoonlijke contact met zijn leerlingen en leefde mee met ups en downs in hun leven. Sommige leerlingen voelden voor ons bijna als extra broers en zussen.
In 1974, op 8 maart, zijn Nico en Margien in stilte getrouwd in Sloten een mooi plaatsje in Friesland. Hier zijn weinig mensen bij geweest of in gekend, ook wij kwamen hier later pas achter.
Het nieuwe plan van Nico en Margien was om een huis te laten bouwen in Zoelmond. Dat was dichter bij Utrecht en voor Henk en mij vanaf Wijk bij Duurstede, waar wij met onze moeder woonden, te fietsen. Vanaf november 1976 tot april 1977 zijn ze bezig geweest om de bouw van het huis van de grond te krijgen. Er was echter zoveel tegenwerking en vertraging dat ze om zich heen bleven kijken naar een nieuw huis.
Ze vonden een prachtig vrijstaand huis naast de kerk in Ravenswaaij, Lekbandijk 31 4119 RA. Nico hield enorm van de uiterwaarden en het rivierenlandschap en in dit huis keek hij vanuit zijn studeerkamer recht over de rivier heen. De kerk naast het huis heet ook nog de Nicolaaskerk! Deze kerk had een oud orgeltje dat nog aangetrapt moest worden. Henk en ik hebben hier beiden geassisteerd met “trappen”.
16 juli 1977 was hun eerste dag in Ravenswaaij. Dit huis was bewoonbaar maar “totaal verpest”. Het huis was vergeven van de “schrootjes” en in begin jaren 70 stijl opgeknapt. Nico en Margien haalden monumentenzorg erbij en die verklaarde het huis tot monument. Daarmee kwam, naast de subsidie, helaas ook wel de bemoeienis van monumentenzorg bij het opknappen van het huis. Ook hier werkten ze beiden heel hard aan het verbouwen van het huis, in het weekend geassisteerd door Henk en Corline. Nico bood ons een weekendbaantje aan; iedere zaterdag komen helpen voor 2,50 per uur. Dat was in die tijd een fantastisch aanbod zeker als je 12 en 14 jaar oud bent. Buiten dat het een leuke verdienste was vonden we het ook echt heel leuk om mee te helpen. Uren hebben we gesloopt, gebikt, stenen gesjouwd en zelfs een terras aangelegd. Steevast werd de dag besloten met een rondje snack-bar omdat Margien geen puf meer had om te koken. Vonden we niet erg!
Een spannend en waargebeurd verhaal uit die tijd: Het dak moest vernieuwd, wij hielpen mee om de dakpannen op de steigers die om het huis stonden op te stapelen. Toen we klaar waren kwam toevallig de dakdekker voorbij die enorm schrok. Hij vertelde dat de steigers het gewicht van de dakpannen onmogelijk lang konden dragen dus dat we, totaal onschuldig maar toch, levensgevaarlijk bezig waren! Ik vergeet nooit meer het ongelooflijke tempo waarin we de dakpannen van de steigers naar de grond hebben gesjouwd! De dakdekker hielp van schrik mee!
Op de foto is te zien dat er meerdere mensen meehielpen. Dat was vaak ook zo. Familie, vrienden, collega’s en leerlingen van Nico kwamen regelmatig een dagje mee helpen. We waren wel eens met 15 mensen aan het werk! Dit ging altijd gepaard met veel gezelligheid en gelach.
Op 18 december 1977 was de feestelijke ingebruikname van het nieuwe orgel van kamer 221 op het Conservatorium. Voor deze gelegenheid had Wokke Wijdeveld een stuk gecomponeerd voor vier handen en vier voeten. Nico en Wokke hebben dit samen uitgevoerd op het nieuwe orgel. Altijd vertelde Nico lachend over dit evenement.
Op 3 april 1980 kwam, tot zijn grote spijt, Nico’s jongste broer Henk, geheel onverwachts, om bij een verkeersongeval. Zijn jongste broer is slechts 44 jaar oud geworden. Ik herinner mij nog goed hoe hij mij de plek heeft laten zien waar onze Oom Henk om het leven is gekomen. Dit greep hem zeer aan.
Op 18 december 1981 gaf Nico een concert, ter ere van het aftreden van Dr. Jelle Zijlstra als president van De Nederlandse Bank N.V., in de Nieuwe Kerk van Amsterdam. Ik weet nog dat hij mij (Corline) die dag lachend belde om te vertellen dat hij die avond op het journaal zou zijn. Meer wilde hij niet zeggen ik moest het maar zien. Op het journaal werd verteld dat er die avond een afscheidsconcert zou zijn voor Jelle Zijlstra en je zag het orgel van de Nieuwe Kerk waarvan de prachtig beschilderde luiken langzaam opengingen terwijl je Nico hoorde spelen. Hij kwam verder niet in beeld maar was wel te horen! Tekenend voor hem!
Op 5 oktober 1983 werd Nico 50 jaar. Hij besloot ter gelegenheid van zijn 50-ste verjaardag een Bach concert te geven in de Lutherse Kerk in Den Haag. Het werd een feestelijk concert. Er waren veel (oud) leerlingen, collega’s, vrienden en familie. Na het concert werd nog lang in de kerk nagepraat, gelachen en geborreld. Nico speelde altijd zonder stropdas, die hij dan snel omdeed voordat hij te voorschijn kwam om te buigen voor het publiek. De eerste keer dat hij te voorschijn kwam om te buigen was hij zijn stropdas vergeten, de tweede keer had hij hem duidelijk iets te snel omgehangen. We hebben hem hier nog lang mee geplaagd. De fotograaf heeft dit zelfs (waarschijnlijk onbedoeld) vastgelegd op verschillende foto’s.
Op 30 augustus 1984 overleed Moeder van den Hooven. Nico had altijd een nogal wisselende relatie met zijn moeder gehad, wat niet wil zeggen dat het hem geen verdriet deed toen ze overleed. Nico schreef na haar overlijden een koraalbewerking speciaal voor haar, over Psalm 84.
Op de 300-jarige geboortedag van Bach, 21 maart 1985, gaf Nico een Bach concert op het romantische orgel van de Buurkerk in Utrecht. Hij noemde het zelf: “Concert met discussie na”. Hij maakte grapjes: “wat je al niet moet verzinnen om mensen te trekken naar een orgelconcert tegenwoordig”. Toen hij na het concert de discussie opende was er alleen maar lof. Een aantal mensen waren zelfs een beetje aangedaan dat ze het mooi hadden gevonden, omdat ze van te voren hadden gedacht dat barok muziek op een romantisch orgel echt niet goed zou klinken.
Nico gaf door de jaren heen concerten in verschillende kerken en ook in het buitenland. Als het even kon waren wij daar bij. We bewaren mooie herinneringen aan de concerten én aan het borrelen daarna. In Utrecht borrelden we óf in ‘De Poort van Kleef’ (bestaat helaas niet meer, er zit nu een andere horeca onderneming genaamd ‘Zeven’) óf in ‘De Witte ballons’ en het meest in ‘Graaf Floris’. In Graaf Floris bezetten we steevast de opkamer. De sfeer was altijd feestelijk en er werden eindeloos moppen en gekke verhalen verteld. Ik kwam er wel eens vandaan met buikpijn van het lachen! Nico was altijd in een opperbeste stemming liet kaasplanken en bitterballen aanrukken en we gingen tot de kleine uurtjes door.
In onderwijsland kwamen ondertussen grote veranderingen. Het conservatorium ging fuseren met andere kunstopleidingen in één overkoepelend instituut: de Hogeschool voor de Kunsten. Deze ontwikkeling zag Nico helemaal niet zitten. Hij mopperde over “hoe groter, hoe logger, hoe minder kwaliteit”. En hij sprak “Hogeschool voor de Kunsten” altijd met een cynische toon uit.
Op een dag kwam er een brief binnen dat een aantal docenten door de aankomende fusering boventallig zouden worden en er werd een aanbieding gedaan om vervroegd uit te treden. Nico heeft zich onmiddellijk aangemeld. Hij was toen 55 Jaar. Hij wilde zich verder wijden aan het geven van concerten, het componeren en een enkele privé leerling.
Op 21 september 1988 nam Nico afscheid van het conservatorium. Drie oud leerlingen: Vincent van Laar, Reitze Smits en Reinier Maliepaard, gaven een prachtig Bach concert in de Dom. In het Gebouw voor Kunst en Muziek was, na dit concert, een borrel met speeches. Het afscheidscadeau was een biljart. Daarnaast hadden (oud)leerlingen een boek vol anekdotes, foto’s, muziek en herinneringen voor hem samengesteld. Hij voelde zich met dit afscheid en deze cadeaus zeer verguld en vereerd.
Al eerder noemden we de ziekte van Margien waar zij vanaf 1974 tegen vocht. In deze tijd kwam de kanker heel hard terug. Er moest geopereerd worden en het zag er even echt heel somber uit. Margien herstelde gelukkig goed van de operatie en samen maakten ze een nieuw levensplan.
4. Na het conservatorium 1988-1991
Het nieuwe levensplan hield in dat ze wilden verhuizen naar Noord Nederland. In Groningen vonden ze een prachtig vrijstaand oud huisje (Wester-Waarddijk 10 9844 TB Pieterzijl). Aanvankelijk waren ze hier vooral in de weekenden. Al snel bleek echter dat rondom het huis flink wat gif werd gespoten op de mais en andere gewassen die daar groeiden. Gezien het feit dat, met name Margien, zo gezond mogelijk probeerde te leven om de kanker zo min mogelijk kans te geven, werd besloten het huis weer te koop te zetten.
Op een dag reden ze door Friesland en gingen het natuurmonument én stiltegebied Het Blauwe Bos in. Daar stond een oud huisje (meer een soort hutje), te koop op een mooi stukje land. Het besluit was snel genomen. Hier op deze plek (Blauwe Bos 6 8433 LK Haulerwijk) wilden ze hun droomhuis bouwen. Margien zou het huis zelf ontwerpen met alle karakteristieken waar ze van hield én met een concertzaaltje eraan voor Nico. Er zou ook een orgel gebouwd worden. Het idee was om in het weekend concerten met koffie en Friese koek aan te bieden al dan niet in combinatie met een wandeling door het prachtige natuurmonument Het Blauwe Bos. Het Blauwe Bos is een wonderschoon natuurmonument met heide, een ven, herten en mooie, oude bomen.
Vanwege het gif in Pieterzijl en het feit dat het huis in Ravenswaaij inmiddels was verkocht gingen ze wonen in “het hutje” in het Blauwe Bos. Hier was alleen koud water en elektriciteit via lange snoeren over het land van de buren. Er was geen verwarming, toilet of douche en het was er goed koud in de winter van 1990/1991. Toch wilden ze dit beide op deze manier.
De bouw van het droomhuis met concertzaaltje, naast “het hutje”, was in volle gang en juist door er zo dicht op te zitten konden ze goed in de gaten houden hoe het allemaal verliep. Het ging niet altijd naar tevredenheid. Soms schoot de bouw aardig op, dan weer lag het stil om onverklaarbare redenen.
Op 30 januari 1991 had Nico een radio opname, voor de EO-radio, op het orgel van de Grote of St. Michaëlskerk in Zwolle. Het belangrijkste deel van deze opname, de drie bewerkingen van het Lutherse Glorialied ‘Allein Gott in der Höh sie Ehr’ is opgenomen op de CD ‘Nico van den Hooven Johann Sebastian Bach’. Nico was toen al behoorlijk ziek maar wilde absoluut dit concert door laten gaan vertelde de producer, Okke Dijkhuizen, ons. Hij was zelfs zo ziek dat Okke hem aanraadde de opname af te blazen. Nico wilde daar niets van weten. De techniek werd razendsnel klaargezet en er werd afgesproken dat hij alle werken slechts één keer zou spelen. Zo geschiedde. Nico speelde in één keer alle werken en ging snel naar huis om uit te zieken. Dit zou, zo bleek later, zijn laatste optreden zijn.
Op 11 februari 1991, hij voelde zich nog steeds ziek, raakte hij ineens buiten bewustzijn. Margien heeft onmiddellijk alarm geslagen. Hij is met de ambulance naar het Groninger ziekenhuis vervoerd en daar werd, na onderzoek, een flinke hersentumor geconstateerd. Helaas inoperabel en snel groeiend.
Omdat ernstig ziek zijn in een hutje natuurlijk geen doen is en het huisje in Pieterzijl nog niet verkocht was verhuisden ze naar Pieterzijl. Daar was het warm, was er een fijne badkamer met bad, een toilet en was er ruimte voor ons om te logeren.
Nico heeft deze ziekte moedig gedragen. Hij kon er over praten, belde zelf vrienden op om te vertellen wat er aan de hand was en dat hij ze graag nog een keer wilde zien om afscheid te nemen. Wij vonden hem sterk en dapper hierin. Zo goed en zo kwaad als het ging hebben we hem met z’n drieën verzorgd.
Het droomhuis met concertzaaltje was inmiddels gebouwd alleen nog niet geschilderd en er moest nog een houten vloer in getimmerd worden. We wilden alle drie graag dat Nico het nog af zou zien. Henk studeerde in die tijd nog en pauzeerde zijn studie en Corline had na haar tijdelijke aanstelling aan de universiteit een wachtgeld regeling gekregen. Wij hadden dus tijd en gingen meehelpen om het huis af te maken en om de beurt voor Nico te zorgen. Door de week waren we in Pieterzijl en om de beurt bleven we een dag bij Nico om voor hem te zorgen. Daar bewaren we mooie herinneringen aan. Vooral aan de gesprekken en de liefde die zo voelbaar was.
Nico ging echter hard achteruit, kon al snel niet meer praten en op een gegeven moment ook niet meer lopen, maar nog wel van muziek genieten. Ik vergeet nooit dat ik een cassette bandje opzette met zijn lievelingszangeres Emma Kirby, zijn hele gezicht ontspande en begon te stralen en je zag hem genieten van de muziek.
Op 4 juni om 10.00 uur in de ochtend, terwijl op de radio het programma Continu Klassiek speelde is hij, net toen Margien de dokter uitliet, met vermoedelijk alleen zijn lievelingspoes Pluis aan zijn zij, overleden.
Hij werd begraven vanuit de Petruskerk in Leens, één van de kerken die hem zeer dierbaar was. Op de afscheidsplechtigheid in de kerk werd zijn laatste radio opname in de Grote of St. Michaëlskerk te Zwolle afgespeeld. Er werden prachtige toespraken gehouden door: Dr. J. Zijlstra, Jos Steemers en Peter van Dijk. Er waren meer dan 100 mensen afgereisd naar Leens om afscheid van hem te kunnen nemen. Op zijn grafsteen staat, net als op de grafsteen van zijn vader: “Wie hem kende, had hem lief”